Driemaal partijverlies
ondanks twee pionnen voor
In ronde 5 van de interne competitie van Schaakvereniging Borne werden liefst 5 van de 7 partijen gewonnen door de zwartspelers. Op de valreep meende ook zwartspeler Lex Griffioen zich daar nog bij te kunnen aansluiten, maar zijn geplande pionwinst in het eindspel tegen Frans Veltkamp bleek te falen op een tactische finesse. Hij moest eieren voor zijn geld kiezen en remise accepteren (een half ei dus) na een overigens door Frans prima gespeelde partij, waarin het evenwicht niet of nauwelijks werd doorbroken. Hooguit had Lex in een eerder stadium nog kunnen afwikkelen naar een paardeindspel met een pluspion, maar zelfs daar was de winst niet duidelijk geweest. Nico Hilderink was de enige witspeler die de winst naar zich toe trok. Hij deed dit door Hans Kroeze te verslaan die nog wel aardig uit de opening kwam, maar daarna wat vreemde plannen ging volgen. Hij leverde een kwaliteit in en zag Nico de open e-lijn in bezit nemen met zijn torens. Met zijn vrij open koningsstelling wachtte Hans de onvermijdelijke executie niet meer af en gaf op. Erik Mijnheer kwam goed te staan tegen Ton Droste, verzuimde daarna weliswaar een snelle stukwinst, maar hield zoveel druk op de stelling dat Ton toch niet onder stukverlies uit kon komen. Ton speelde nog een tijdje door, maar had zich de moeite kunnen besparen. Erik Witteveen kreeg met een kleine combinatie twee stukken voor een toren en wist daarna de aanval vast te houden en te winnen van Guus Nolte. Gerard Boersma speelde een sterke partij tegen Wim Arns, maar bezweek uiteindelijk toch onder de druk. Hij moest zijn damevleugelpionnen opgeven, waarna de verbonden vrijpionnen van Wim de doorslag gaven. Freek Wentink zag een dodelijke dreiging van Johan Alberts over het hoofd en moest opgeven. Frits van Dorp had met een pionnetje minder nog lang uitzicht op een remise tegen Joop Naatje, maar na het zomaar weggeven van zijn toren in het toreneindspel kon hij dit resultaat uiteraard vergeten.
In ronde 6 wist Frans Veltkamp een
paar pionnetjes voorsprong te nemen tegen Hans Kroeze, maar die lanceerde
vervolgens een alles-of-niets-aanval tegen de zwarte
koning. Frans investeerde veel tijd, maar het lukte hem niet een sluitende
verdediging te vinden. Hans bekroonde de partij met een fraai mat. Cor van Bree had met twee pionnen meer een gewonnen stelling tegen
Jos Muller, verzuimde echter ergens een tussenschaakje
en zag opeens zijn loper verloren gaan. Hij gaf ogenblikkelijk op, maar uit de
latere analyse bleek dat hij in de slotstelling nog zeer goede remisekansen had
gehad door zijn extra pionnen. Ton Droste stond ook lange tijd gewonnen tegen
Erik Witteveen, maar deze wist de partij uiteindelijk nog te kantelen met een
dreiging over de g-lijn. Mat of dameverlies bleek
niet meer te voorkomen voor Ton. Geheel in de stijl van deze avond wist ook
Gerard Boersma zijn materiële voorsprong van twee
pionnen niet te verzilveren. Langzaam maar zeker knokte Freek Wentink zich terug in de partij en met (naar eigen zeggen)
een beetje mazzel won hij zelfs nog. Johan Alberts overzag tegen Joop Naatje
een kwaliteitswinst, maar wist daarna de partij wel naar zijn hand te zetten en
te winnen. Nieuwkomer Clemens Fransen won voor het eerst een partij in de
interne competitie. Met een aftrekschaakje verschalkte
hij slim Frits van Dorp die dit stukverlies niet meer te boven kwam. Theo Heeregrave en Guus Nolte zorgden
voor de enige remise op deze avond.